Aanhechtingen van de pezen aan de groeischijven zijn een plek waar veel sportblessures voorkomen bij kinderen. Wat kun je er aan doen en zijn ze te voorkomen?
In mijn personal training & fysiotherapiepraktijk zie ik, net als in de betaald voetbalclubs en het sportmedisch centrum waar ik heb gewerkt, bij kinderen regelmatig dezelfde blessures terugkomen. Deze blessures treden op op de plek waar pezen aanhechten aan de groeischijven. Tijdens de groei zijn dit kwetsbare punten in het lichaam van je kind.
Deze groeischijven zitten aan de uiteinden van de botten; bijvoorbeeld bij de hiel, aan de onderkant van de knieën, in de elleboog en in de schouder. Bij intensief sporten worden de spieren van je kind zwaar belast. Daarbij wordt aan de pezen getrokken, die weer vast zitten aan het bot. Omdat bij kinderen deze groeischijven de zwakste schakel zijn, treden daar problemen op: irritaties en blessures. Een veel voorkomende aandoening in deze categorie blessures is Osgood Schlätter. Daarbij ontstaat na verloop van tijd een bobbel onder de knie, op de plaats waar de kniepees aan het scheenbeen vast zit.
Hoe explosiever de sport, hoe meer het lichaam het te verduren krijgt. Kinderen in de groei zijn gevoelig voor blessures. Bij sporten waar je veel moet rennen, draaien en springen, zoals voetbal en basketbal, komen meer krachten op de knieën en hielen en heeft het bewegingsapparaat het daar extra zwaar. De ellebogen en schouders zijn kwetsbaar bij turnen en bovenhandse sporten als zwemmen, volleybal en tennis.
Vroeger maakte ik vaak mee dat huisartsen rust voorschreven, maar voor een kind dat graag sport is dat geen fijne oplossing. En het hoeft ook niet altijd. Tegenwoordig wordt er meer gekeken of we de belastbaarheid van het kind kunnen vergroten. We beginnen wel met de trainings- en wedstrijdbelasting tijdelijk terug te brengen door het trainingsschema aan te passen met minder trainingen en minder zware oefeningen. Vervolgens gaan we de belastbaarheid vergroten. Als de spieren verkort zijn, kan rekken en losmaken van de spieren een positief effect geven. Ik kijk ook naar de houding en beweging van het kind, zoals de stand van de voeten en knieën. Als die bijvoorbeeld naar binnen zijn gedraaid, kun je met oefeningen of met steunzolen een deel van de klachten wegnemen.
Het verbeteren van de kracht en stabiliteit van de benen en romp bij een blessure aan de benen en van schouderbladen, arm en romp bij klachten aan schouder en arm, kan ook een rol spelen bij het verhelpen van de blessure. Het aansterken gebeurt met duidelijke op maat geschreven trainingsschema's.
Blessures aan de groeischijven waar pezen aanhechten, gaan uiteindelijk wel over als je kind is uitgegroeid. Echter, dan zijn de groeischrijven niet meer de zwakste schakel maar kan de Osgood-Schlätter bijvoorbeeld overgaan in een jumper's knee: de knieschijfpees is daarbij pijnlijk en geïrriteerd. Uiteindelijk is het doel soepel en sterk genoeg zijn voor je sport.
Blessures ontstaan door overbelasting. Dat kan zijn door eenzijdig trainen en te veel en te zwaar een bepaalde beweging te herhalen. Afwisseling in beweging, maar ook in intensiteit en in oefenvormen, is een goede manier om overbelasting te voorkomen. Ook goed materiaal, zoals goed schoeisel helpt. En dus het aansterken en soepeler worden. Tot slot raad ik vaak aan je trainer eens naar je techniek op een bepaald onderdeel te laten kijken.
Als je kind vaak klaagt over pijn op één specifieke plek, of eenzelfde klacht komt met regelmaat terug, is het tijd om actie te ondernemen. Een verwijzing door de huisarts is niet nodig.
Een fysiotherapeut hoef je niet pas te raadplegen als er een duidelijke blessure is. Je kunt ook uit voorzorg een fysiotherapeut om advies vragen.
Veel kinderen die regelmatig sporten hebben nergens last van. Als je kind toch geblesseerd raakt, proberen ik het actief te laten herstellen, want niemand met een sporthart staat graag langs de kant. We kijken naar wat er wél kan.
Vorige week ontving ik een voetballer van 34 jaar oud met een liesblessure. Deze vervelende blessure voor een voetballer heb ik er heel vaak gezien en behandeld in mijn praktijk en bij Real Madrid, Ajax en in het sportmedisch centrum toen gerelateerd aan het Nederlands voetbalelftal. De hulpvraag is: ‘hoe ga ik bereiken dat ik zonder last kan voetballen’. Zelf doet hij oefeningen van youtube. Het was er in 2022 al eens ingeschoten. In juni 2023 moest hij acuut stoppen met in een wedstrijd zaalvoetbal en eigenlijk spelen de klachten al 10 jaar.
De pijn verplaatst zich, naar de buikspieraanhechtingen/schaamstreek, eerst rechts nu links en soms door naar lies en heup. Geen klikken, wel wat instabiel gevoel in het rechter been. Geen tekenen van liesbreuk qua pijn bij hoesten/niezen/perzen. De pijn wordt verergerd door draaien en de bal passen. Fitnessen gaat wel goed.
Ik onderzoek deze chronische en in 2022 acute liesklacht door de gehele bewegingsketen te checken. Valsalva manoeuvre is negatief. Omdat het een centraal deel van het lichaam betreft, is het belangrijk alle mogelijke factoren in kaart te brengen. Bevindingen begin ik direct de eerste sessie, uiteraard na overleg, te behandelen in een logische volgorde.
Ik begon na onderzoek met het corrigeren van een bekkenverwringing, welke zich direct goed zet. De rechter grote teen wijkt veel af naar binnen wat zich door een verkleind steunoppervlak uit in actieve instabiliteit een balanstest. Dit is de kant die de patiënt zelf al als minder stabiel had aangegeven. Hiervoor leer ik een corrigerende tapetechniek aan en geef een rolletje tape mee, alsmede rekoefeningen voor de grote teen.
Rotaties in de middenrug zijn beperkt, een bekend fenomeen bij liesklachten zo leerde ik bij Real. Die mobiliseer ik en ik geef rekoefeningen mee, zo ook voor de heup en liezen welke beperkt zijn. In voetbal is een goede heupmobiliteit onmisbaar. Wat het ene gewricht niet aan kan vangt een andere op. Dat kan overbelasting uitlokken. Ook is een voetballer gebaat bij een goede wendbaarheid van de romp met al dat draai- en keerwerk.
Dan de krachtoefeningen de afspraak erop. Schuine buikspieren zijn fors verzwakt. Bovendien is aan één zijde de beweging met een omweg. Ik behandel een trigger point en de beweging gaat zuiverder. De patiënt voelt de zwakte. De rechte buikspieren zijn niet sterk en de beweging provoceert de pijn op de aanhechtingen. Aanpassing van tempo maakt dat de pijn weg gaat. Tempo is belangrijk in training. De uitvoering bepaalt het effect. De quadriceps is verzwakt en erg stijf. Deze maken we losser met myofascial release (dry needling is de volgende keer ook een optie) en ik geef een krachtoefening mee. In een overhead squat is het bekken wat instabiel en daar is weer de rechter grote teen die de gehele rechter beenas naar binnen doet draaien. Ik geef nog een pure core stability oefening mee en zo bouwen we aan een eerste trainingsschema van 6-7 spierversterkende en 4-5 rekoefeningen.
Vanuit hier gaan we steeds een stapje hoger. Er is genoeg te vinden wat de liesklacht kan veroorzaken. Ook lijkt de pijn zich te laten beïnvloeden. Dat is goed nieuws. Mijn ervaring is dat het met deze patiënt wel goed zal komen met een maand of 2-3. Als jullie benieuwd zijn naar de afloop, leave a comment!
Have you suffered an acute hamstring injury? Here you will find information about possible causes and what a rehabilitation program looks like.
Acute strains or tears of the hamstrings are common in many popular sports, such as football, hockey and track and field. It happened to me in track and field in a relay. You know right away something has happened! In the event of a muscle tear, the patient's story is important. People complain about a sudden and sharp pain, continueing sport is not possible. Testing shows pain on resistance and often on stretch. There is pressure pain on palpation.
Two types are described:
Type 1 hamstring injury happens when running at high speed. It often appears to occur near the end of the swing phase. Most commonly it concerns the long head of the biceps femoris, usually on the muscle-tendon transition towards the buttock.
Type 2 hamstring injury occurs with muscle lengthening such as a sliding, split, or a high kick. Type 2 is often localized close to the ischium involving the tendon of the semimembranosus.
The involved tissue can suffer a grade 1 (strain), 2 (partial) or 3 (complete) rupture.
There is not much scientific evidence to base the management of hamstring injuries on. Much of the approach is based on clinical experience and knowledge of anatomy and biomechanics. A clear structure and progressive loading is important.
Pain-free mobility and strength are build up. Relevant is that all factors that can have an influence on (re-)occurence, such as synergetic and counteracting muscles (muscle length, coordination as well as strength), ankle, knee and SI malalignments, restrictions in any relevant connective tissue and muscle weakness in the whole kinetic chain are targeted.
For example, the less your glutes do in hip extension, the more the hamstrings will have to compensate for it. The weaker your abs and hip flexors are, the more likely your hamstrings will notice since they act on the other side of the hip joint. It should be noted that muscle ruptures often occur in muscles that run over multiple joints, which makes coordination more complex. The hamstrings are partly dependent on other muscles, so apart from optimizing the hamstrings, we should also focus on the rest.
In progressive training schedules, it is important to also start running and build up speed and direction/ball contact as soon as the before mentioned conditions allow this. It is a challenge for both patient and therapist that you should be able to assume that after a rehabilitation your system is optimized to withstand all angles and positions again that your sport requires. This includes -but is certainly not limited to- the well-known Nordic curls.
Shin-splints, scheenbeenirritatie, beenvliesontsteking, springschenen en verwante zaken als logesyndroom, compartimentsyndroom of eventueel een vermoeidheidsfractuur; het is een veel voorkomende overbelastingsblessure. Doe je een sport waarin je benen veel impact opvangen, zoals bij rennen en springen? Dan is de kans groter dat je deze klacht ontwikkelt. Het is doorgaans een irritatie van de botvlies-peesovergang van de voetbuigspieren die zich kenmerkt door pijn en stijfheid. De pijn is dan te voelen aan de binnenkant van het onderbeen op de achterrand van het scheenbeen.
1. Lichte pijn en stijfheid na sportbelasting.
2. Startpijn bij sportbelasting, wat verdwijnt tijdens de warming-up. Na het sporten keren pijn en stijfheid weer terug en blijven langer aanwezig. Ook de volgende ochtend heb je nog last van stijfheid.
3. Pijn tijdens de sportbelasting, maar ook erna en 's nachts. Pas na langdurige rust verdwijnt de pijn.
4. Dezelfde pijn als in stadium 3, de pijn heeft in dit stadium een negatieve invloed op de prestatie.
5. Continue pijn.
• Een snelle verandering in trainingsgewoonten. In een korte tijd te veel, te vaak en te snel lopen en springen. Pas dus op aan het begin van het seizoen of na een blessureperiode. Bouw de intensiteit van de sportinspanning rustig op.
• Lopen en springen op een harde ondergrond in combinatie met slecht schokabsorberend en ondersteunend schoeisel.
• Aanleg: bijvoorbeeld een beenlengteverschil, (kleine) standafwijkingen van de voeten (platvoeten, holvoeten). Gelukkig kunnen deze vaak gecorrigeerd worden door goede schoenen en/of inlegzolen.
• Een onevenwichtige spieropbouw, disbalans tussen de buig- en de strekspieren van de voet.
• Spierverkortingen, vooral van de kuitspieren.
De behandeling zal zich richten op:
Sinds 2003 begeleid ik topsporters met behandeling en fysieke training. Eerst bij Ajax, daarna Real Madrid, vervolgens bij een Sportmedisch centrum verbonden aan het Nederlands voetbalelftal en ook na de oprichting van Health Central heb ik vooral voetballers van het hoogste nationale en internationale niveau geholpen. Skater Steven Tonnon postte deze week een toffe video. Have a look!
Sporten is gezond. Maar als topsporter zoek je de grens op en dat is niet altijd even goed nee. Een goede voorbereiding is het halve werk. Dus zorg dat je je zwakke punten optraint. Pak ook voldoende rust en voed je lichaam goed. Dan is er veel mogelijk. Ook als je sportliefhebber of ondernemer bent kun je contact met me opnemen bij de volgende doelen:
Snel stappen maken en doorbreken naar de top; daar hebben ambitieuze mensen wel oren naar. Maar wat nou als je het niet volhoudt? Vermoeidheid neemt toe, prestaties nemen af. Wat is er precies aan de hand en wat kun je er aan doen?
Of je nu (top)sporter bent of professional, bij overtraining of overbelasting is sprake van een overload dat kan leiden tot aanhoudende vermoeidheid, neuro-hormonale veranderingen, afname van prestatievermogen, spierpijn, veranderingen in je humeur en frequente ziekte, vooral in de bovenste luchtwegen. Dit ontstaat bij overmatige training of werkbelasting in combinatie met een ophopend tekort aan herstelperiodes. Wanneer heb jij je laatste vakantie genomen? Wanneer heb je écht kunnen uitrusten? En wordt je moe wakker? Waarschuwingssignaal!
Door (jaren) hard te werken boek je in relatief korte tijd vaak veel progressie. Het is dan frustrerend als je op het punt komt dat je niet meer zulke grote stappen maakt. Ons systeem is er op gebouwd om een tijd te kunnen knallen. Maar die verhoogde stresstolerantie is tijdelijk. Het systeem raakt uitgeput. Hoe reageer je vermoedelijk? Nóg harder werken. Dat deed je immers al en zo ben je opgeklommen. Maar dat werkt dit keer vaak averechts.
Beter is het dat we kijken naar tips en trics uit de topsport. Meer herstelperiodes inbouwen. We brengen je lifestyle in kaart en verlagen tijdelijk de draaglast en vergroten de draagkracht. Makkie toch? Nou, niet. Jou er van overtuigen dat je het over een andere boeg moet gooien is niet altijd makkelijk 🙂 en het dóen is een kwestie van coaching voor mij en training voor jou. Gelukkig zijn er veel troeven achter de hand: lifestylecoaching, personal training, fysiotherapie, (drukpunt)massage, meditatie, voorgeschreven conditietraining, ademtherapie, rek- en ontspanningsoefeningen, educatie over stress & herstel, psycho-educatie en meer. Ik bied dit aan in een Fitplan van 3 of 6 maanden, voor zelfstandig ondernemers, werknemers (regelmatig is er een budget beschikbaar) en particulieren.
Wees er op tijd bij: tussen herstel van tijdelijke overtraining en de chronische variant zit een verschil van weken en maanden tot jaren, vanwege het lange termijn-effect van op je lijf.
Het wintersport seizoen is volop bezig. Dat betekent voor velen lekker buiten sporten. Toch zijn er ieder jaar meer dan 60.000 Nederlanders die een blessure oplopen tijdens de wintersport. Misschien ben jij er een van. Een knieblessure is bij skiërs verreweg het meest voorkomende letsel. Hierbij is letsel aan de kniebanden als gevolg van het verdraaien van de knie de meest voorkomende blessure. Dat kan schade opleveren aan binnenband, buitenband, voorste kruisband, achterste kruisband, meniscus of een combinatie daarvan. Daarnaast komen bij wintersport spierblessures, botbreuken, hoofdletsel en een skiduim veel voor. Ik geef hieronder beknopte uitleg wat het er aan de hand is en hoe je goed en snel kunt herstellen. Ik heb ervaring sinds 2002 in de behandeling van en het optrainen bij (top)sportblessures.
Een skiduim klinkt misschien als een pietluttige blessure, maar de mensen die er last van hebben weten hoe vervelend het kan zijn. Je duim gebruik je meer dan je denkt! Een skiduim ontstaat meestal door een val. Er raakt een gewrichtsband gescheurd of verrekt doordat de duim naar buiten wordt geduwd. Het levert vaak een pijnlijke zwelling op en de last kan heel lang aanhouden. De diagnose is snel gesteld met orthopedische tests (dat kan bij een goede fysiotherapeut). Soms is aanvullend onderzoek nodig. De oplossing zit hem in het verminderen van de pijn met manuele technieken, herstel van beweeglijkheid, advies, opbouwende training van kracht, stabiliteit en eventueel een specifieke sportrevalidatie.
Wintersport is belastend voor je knieën. Bij het verdraaien van je knie kun je voorbij de normale bewegingsgrens gaan. Hierbij kan een band /ligament verrekken, inscheuren of zelfs afscheuren. Hoe heviger de blessure, hoe sneller en heviger je knie doorgaans dik wordt. Je knie kan wankel aan gaan voelen en belasten gaat lastig of niet. Na een dag of vijf, als de zwelling minder is, kan de knie goed uitgetest worden wat doorgaans voldoende is om een betrouwbare diagnose te stellen.
Door de grote kracht die ontstaat bij een botsing op hoge snelheid, kun je een bot breken. Dit kan gedeeltelijk zijn of helemaal. De meest voorkomende breuken zijn aan het been: kuitbeen, scheenbeen of dijbeen.
Het is belangrijk dat het bot zo snel als mogelijk in de anatomische stand ('recht') wordt teruggezet en/of wordt geïmmobiliseerd (vaak met gips). Soms is het hierbij nodig botdelen operatief aan elkaar vast te zetten (fixatie).
Dit onbeweeglijk (immobiel) maken is noodzakelijk voor goed bot-herstel, maar niet goed voor andere structuren. De spierkracht neemt vaak snel af. In een revalidatie beginnen we voor de aftakeling onnodig veel wordt, zo snel mogelijk met onbelast oefenen. Hierin wordt aanvankelijk het letsel ontzien en de spieren getraind. Is er sprake geweest van een operatie wordt ook het littekenweefsel losgemaakt. Ook zoeken we andere manieren om je conditie op peil te houden. Stapsgewijs wordt ook het bot weer zijn normale belasting gegeven. Ook bot herstelt na de noodzakelijke immobilisatie namelijk het beste met opbouwende belasting. Het doel van de revalidatie is functieherstel en terugkeer naar alle activiteiten.
In de jeugdopleidingen van Real Madrid en Ajax en in een sportmedisch centrum toen gelieerd aan het Nederlands Elftal heb ik heel veel kinderen in de groeispurt met kniepijn doeltreffend mogen behandelen. Vaak zit de pijn op een aanhechting aan het scheenbeen, niet zelden is er dan een duidelijke bobbel te zien en te voelen. Soms zit de pijn wat hoger, op de pees van de quadriceps-spier, of zelfs onderop de knieschijf. Het mechanisme is hetzelfde: de plek is overbelast geraakt en sporten geeft pijn bij bijvoorbeeld rennen, traplopen, springen en sporten. Balen, want je wilt natuurlijk gewoon meedoen en je blijven ontwikkelen.
Aan het feit dat je groeit kan ik niets doen. Ik kan je wel helpen de plek te ontlasten door je leniger te maken, stabieler op je benen te krijgen en je spieren helpen aan te sterken. Dit doe ik op een manier waarop je niet verder overbelast raakt, maar juist op een veilige manier aansterkt. Van doorgaan met sporten of rust houden verander je de verhoudingen in je lichaam niet en dat is juist waar de sleutel tot succes ligt. Met smeersels en een tape trouwens ook niet. Door de groei verandert je lijf nou eenmaal en dat kan wennen zijn voor spieren, pezen en gewrichten.
Een doorgezakte voet, een zwakke heup, verzwakte spieren in heup of bovenbeen, een bekkenverwringing: allemaal zaken die de pijn mede kunnen veroorzaken, maar niet zullen verdwijnen met rust. Dat is toch zonde? Vaak is return-to-play mogelijk met de juiste behandeling, training en aanpassingen. Het kan zijn dat ik je adviseer in enige mate je trainingen aan te passen.
Je krijgt van mij een opbouwende trainingsschema's, die we samen op maat maken. Zie het als een toernooitje dat je doorloopt met me. Tot het punt dat je weer kan meedoen omdat je voldoende bent ontlast en aangesterkt. En guess what: je komt dus sterker terug. Vaak is een blessure een hele goede richtingaanwijzer voor wat er beter kan in je lijf. En als we toch bezig zijn, nemen we belangrijke factoren (zeker in de groei!) als voeding en herstel mee. Ik ben ook beschikbaar voor presentaties en begeleiding in samenwerking met (voetbal)clubs. Heb vertrouwen. Er is genoeg wat je kan doen. Meer dan honderd BVO spelers heb ik mogen begeleiden, wellicht is het ook iets voor jou of je zoon/dochter?
Dan kan het zijn dat je patellapees overbelast is. Deze week is het gelukt iemand weer pijnvrij te krijgen. Het kan maanden duren voor je hersteld bent, maar de meeste gevallen lukt het me sneller. Deze man was pijnvrij binnen twee uur behandeling en training.
Als aanraking pijnlijk is en de functie van de spierpees-unit (hurken, springen, traplopen e.d.) pijnlijk of moeizaam, is het aannemelijk dat deze overbelast is. Dit wordt ook wel jumper's knee genoemd. Of apexitis wanneer deze op de onderpool de knieschijf zit. Of Osgood-Schlatter bij jeugdigen, wanneer de locatie lager zit op de aanhechting aan het bovenste deel van je scheenbeen.
De diagnose is vrij eenvoudig te stellen. Aanvullend radiodiagnostisch onderzoek is zelden nodig. Dat is eigenlijk alleen bij enkele zeldzamere afwijkingen. Een vroege aanpak van oorzaken is wel aan te raden.
Elk defect in de biomechanica moet worden aangepakt. Dit omhelst soms een correctie van stand (voet, enkel, heup, onderrug), vaak ontspanning van stramme spieren (quadriceps, hamstrings, lies, heup, kuit) en een trainingsschema welke zwaktes en instabiliteit hierin blijvend aanpakt. Afhankelijk van het gewenste eindniveau zijn we dan een of meerdere trianingsschema's verder.
Braces en smeersels zijn dan heel zelden nog noodzakelijk. Een instabiliteitsprobleem is het sowieso vaak in beperkte mate, waardoor een brace minder geïndiceerd is. Soms is het tevens nodig sporttechniek en -materiaal zoals schoenen te beoordelen. Een maandenlange revalidatie is zelden nodig als de oorzaak vroeg wordt aangepakt en de belasting tijdelijk kan worden teruggeschroefd.
Het is dik, je hebt pijn, je maakt je waarschijnlijk zorgen en zoekt hulp. Maar waar ga je naar toe om te weten wat er precies aan de hand is? De huisarts? Orthopeed? Woon je in Leiden / Oegstgeest of Haarlem / Amsterdam? Sinds 2006 kun je snel en zonder verwijsbriefje bij me terecht voor diagnose en beleid. Net als dat je zelf direct met je tandarts een afspraak maakt.
Onderaan dit bericht vind je een rapport met onderbouwing van de beste oplossing. Je kunt altijd appen of bellen met je vragen. Ik help sinds 2003 op het hoogste (topsport)niveau mensen af van onder andere acute en chronische knieblessures.
Fysiotherapie en oefentherapie blijken effectief bij een groot aantal aandoeningen. Dit betekent
dat fysiotherapie kan voorkomen dat patiënten voor een belastende behandeling naar het
ziekenhuis moeten. Dit werd al eerder dit jaar aangetoond in het onderzoek van
onderzoeksinstituut Ecorys ‘Substitutie van zorg, Fysio- en Oefentherapie op de juiste plek’.
Onderzoekers van Equalis tonen in het rapport ‘Substitutiepotentieel van uitgebreidere inzet fysio en oefentherapie’ nu aan hoeveel er bespaard kan worden op dure zorg in de tweede lijn, door de inzet van fysiotherapie. Die besparing kan oplopen tot honderden miljoenen.
Gezondheidseconomisch adviesbureau Equalis onderzocht hoeveel de inzet van fysio- en
oefentherapie (in plaats van een veel duurdere behandeling in het ziekenhuis) bij vijf geselecteerde
aandoeningen kan besparen. Uit dit onderzoek blijkt dat die besparing kan oplopen tot 71 miljoen
euro.
‘Dit rapport toont aan dat fysio- en oefentherapie voor patiënten met COPD, Parkinson en
hartproblemen enorme bedragen bespaart omdat ze dan niet in het ziekenhuis terecht komen. Dat
geldt ook voor patiënten met letsel aan de voorste kruisband van de knie en meniscusproblemen.
Fysiotherapie kan in die gevallen een veel duurdere operatie voorkomen.’, zo reageert Guido van
Woerkom, voorzitter van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF).
Aangezien Equalis onderzoek deed naar het besparingspotentieel van fysiotherapie bij slechts vijf
aandoeningen en onderzoeksinstituut Ecorys eerder in zijn onderzoek aantoonde dat fysiotherapie bij
wel 27 van de 39 onderzochte aandoeningen even effectief is als een ziekenhuisbehandeling, is
aanvullend onderzoek nodig om het totale besparingspotentieel van fysiotherapie te berekenen.
‘Met het structureel inzetten van fysiotherapie bij de vijf genoemde aandoeningen kunnen we de
samenleving tot wel 71 miljoen euro besparen. Als je dat doortrekt naar de andere 22 aandoeningen
waarvan de besparing door middel van een fysiotherapeutische behandeling nog niet is berekend,
dan kan de totale besparing echt enorm oplopen. Grof gezegd; als je 1 euro extra in fysiotherapie
investeert, dan bespaar je 2 euro.
‘Dat de inzet van fysiotherapie de zorgkosten drukt bepleiten we al jaren. Met het Equalis-rapport
hebben we daarvan nu ook het bewijs in handen. Ik roep de aanstaande coalitiepartijen op om
hierover afspraken te maken in een regeerakkoord zodat we hier samen met zorgverzekeraars,
ziekenhuizen en medisch specialisten serieus werk van kunnen maken. Het kan niet zo zijn dat we dit
besparingspotentieel laten liggen. Daarbij komt -en dat is minstens zo belangrijk- fysiotherapie is met
hetzelfde eindresultaat zoveel minder belastend voor een patiënt, dan een operatie.’, aldus Van
Woerkom.
Privacy | Web design by Liesbeth Smit